Calabrië

 

De regio Calabrië is de meest zuidelijke punt van het vasteland van Italië, de regio ligt in het oosten aan de Ionische Zee en in het westen aan de Tyrreense Zee, in het zuidwesten wordt de regio gescheiden van het eiland Sicilië door de Straat van Messina. Calabrië heeft een oppervlakte van 15.080 vierkante kilometer en vormt de punt van de “Laars van Italië” met als hoofdstad Catanzaro en is onderverdeeld in de vijf provincies: Catanzaro, Cosenza, Crotone, Reggio di Calabria en Vibo Valentia. Calabrië is voor het grootste deel een bergachtig gebied en het gebergte wordt wel de Calabrische boog genoemd. Het gebied heeft een mediterraan klimaat met aan de Ionische zee een wat droger en warmer klimaat en aan de Tyrreense Zee een wat milder klimaat. In de berggebieden valt vrij veel sneeuw en er zijn een aantal skigebieden.

De belangrijkste bron van inkomsten in de regio is land- en bosbouw en in iets mindere mate wijnbouw en visserij. Er zijn veel biologische boeren en de olijfolieproductie is bijzonder hoog. Het is een van de armste regio’s in Italië en er is een aanhoudende emigratie naar het noorden van het land. Het is een van de minder bekende toeristische regio’s maar een van de mooiste gebieden qua natuur en schone heldere zeeën met een bijzonder lange kustlijn.

 

Natuur Calabrië

 

De regio Calabrië heeft een gevarieerde natuur in een heuvelachtig en bergachtig landschap, in het noorden op de grens met de regio Basilicata ligt het Pollino gebergte en het gelijknamige nationale park. In het midden van de regio ligt het Sila gebergte met het gelijknamige nationale park en in het zuidwesten het Aspromonte gebergte met het gelijknamige nationale park. Het is een groene regio met veel bossen vooral met beuken en dennen, de dichtste bossen van Italië liggen bij Aspromonte en de oude beukenbossen bij Pollino zijn deel van een natuurlijk werelderfgoed. De langste rivier in de regio is de Crati met een lengte van 91 kilometer, de tweede belangrijke rivier is de Neto met een lengte van 80 kilometer.

 

Calabrië heeft een kustlijn met een lengte van ruim 780 kilometer, een bijzonder lange kustlijn door de gunstige ligging met aan drie kanten de zee. Aan de kusten zijn weinig grote steden of industriële ontwikkelingen maar wel veel baaien, hierdoor is er een belangrijke zeefauna.

Er zijn in de regio drie nationale parken: Pollino, Sila en Aspromonte, verder het regionaal natuurpark Serre, circa 18 natuurreservaten, het beschermde zeegebied Capo Rizzuto en het wetland Angitola Lake.

 

De Riviera dei Cedri is genoemd naar de sukadebomen, in het Italiaanse Cedro of cedri voor meervoud, die hier in het berggebied achter een deel van de westkust groeien. Het gebied grenst aan het Pollino gebergte en een deel van de Rivièra Cedri ligt in het nationale park Pollino.

De sukadeboom kent een aantal soorten, de meest voorkomende soort in Calabrië is de Citrus medica Diamante, in het Italiaans de Cedro liscio Diamante. De sukadeboom geeft een grote geurige citrusvrucht, het sap van de vrucht wordt gebruikt in het Italiaanse drankje Cedrata en van het vruchtvlees wordt wel sukade gemaakt.

 

Bezienswaardigheden Calabrië

 

De bezienswaardigheden van de regio Calabrië zijn vaak het kenmerk van de verschillende periodes van de Griekse beschaving naar de opkomst van het Romeinse Rijk, vervolgens het Byzantijnse hertogdom, de Vikingen met de Normandische periode en de Aragonese periode. Er zijn archeologische opgravingen, middeleeuwse kastelen, torens, kerken, kloosters en Franse of Normandische kastelen. In de nationale parken liggen veel bezienswaardige bergdorpen zoals Papasidero en Orsomarso. De Kust van de goden of de Costa degli Dei wordt gezien als de meest schilderachtige kust van Calabrië en ligt aan de Tyrreense Zee met onder andere de plaatsen Pizzo en Tropea. De naam Costa degli Dei is ontstaan uit een lokale legende gebaseerd op de Griekse mythologie. De held Hercules moet 12 zware werken verrichten, na zijn tiende werk met de Zuilen van Hercules in de omgeving van Spanje kwam hij op zijn weg terug naar Griekenland langs deze Italiaanse kust. Hercules vond de zuidelijke Tyrreense kust zo mooi dat hij het zag als een van zijn thuishavens. De Griekse kolonisten gaven volgens de legende rond de zevende eeuw v.Chr. deze kuststrook de naam: “Kust van de goden” ter ere van Hercules.

De bekendste kustplaatsen met mooie stranden in de regio zijn onder andere Tropea met een oude stad, een Normandische kathedraal en een eilandje voor de kust, Capo Vaticano, San Nicola Arcella en Praia a Mare met het eiland Dino. In de regio zijn aan de kusten hotels en appartementen, in de bergdorpen zijn er vooral kleinschalige hotels en B&B’s.

 

vakantiebestemmingen Calabrië

 

natuur en cultuur Calabrië

 

overige informatie