Trekvogels

 

Trekvogels leggen kortere of langere afstanden af tussen hun broedgebied en hun winterplaats. Sommige trekvogels blijven in Europa, veel trekvogels trekken naar Afrika. Trekvogels blijven niet op hun broedplaats, voor mensen zou de broedplaats een blijvend thuis zijn, voor trekvogels niet.

 

Voedsel en veiligheid

 

De voornaamste reden voor vogels om te trekken is voedsel en veiligheid. In het wintergebied is veelal te veel concurrentie van standvogels die blijvend in bijvoorbeeld Afrika verblijven. Als deze standvogels in hun broedseizoen zitten dan zijn er meestal te weinig veilige plaatsen voor een broednest en te weinig voedsel in het kleine gebied van het nest. In het noorden is er voor deze trekvogels wel ruimte en voedsel genoeg om veilig te gaan broeden. Wordt het in het noorden dan winter, raakt de bodem bevroren of ligt er sneeuw, dan gaat de trekvogel naar zonnigere streken. Sommige trekvogels zijn gewend om heel ver te trekken, die vertrekken al ver voordat de winter in aantocht is. De trekvogel heeft waarschijnlijk een aangeboren jaarritme waardoor er trekdrang ontstaat, aangenomen wordt dat het jaarritme wordt aangegeven door de lengte van daglicht. Sommige vogels, zoals vinken en spreeuwen trekken over korte afstand, bijvoorbeeld van Nederland naar Frankrijk. Graspiepers en scholeksters trekken liever op een nog kortere afstand. De afstanden die trekvogels afleggen verschilt ook per geslacht van de vogel. Mannetjes trekken minder ver dan vrouwtjes. De reden hiervoor is dat de mannetjes in het voorjaar dan eerder terug zijn in het broedgebied. In het broedgebied bakenen ze alvast een territorium af voor als het vrouwtje later komt.

 

Langste afstand trekvogel

 

Sommige vogels trekken de halve wereld over, kleine zangvogels uit Alaska vliegen over heel Azië naar Zuid-Afrika. Kemphanen vliegen van Oost-Siberië naar Midden-Afrika. Record afstandhouder bij de trekvogels is de Noordse stern, een zeevogel. De Noordse sterns broeden in de noordelijke poolstreken tot aan de noordpunt van Groenland en trekken over de Atlantische Oceaan om te overwinteren in het zuidpoolgebied. Heen en terug trekken over de Atlantische Oceaan legt de Noordse stern zo’n 33.000 kilometer per jaar af, de vogel kan dit met circa 220 kilometer per dag. Qua afstand vliegt de Noordse stern hiermee bijna één keer per jaar de wereld rond. De Noordse stern is hiermee de trekvogel kampioen die de langste afstand aflegt. Geen enkele andere vogel legt in zijn leven deze afstanden af.

 

natuur Europa