Albanese Rivièra

 

De Albanese Rivièra ligt in het zuidwesten van Albanië aan de Ionische Zee en wordt in het achterland gescheiden door het Keraunisch gebergte. Het toerisme aan de Albanese Rivièra is over het algemeen nog vrij kleinschalig, pas sinds het jaar 2000 is er een begin gemaakt met een toeristische ontwikkeling en rond 2008 en 2011 werden de kustweg en wegen naar de stranden opnieuw aangelegd. De meeste toeristen aan deze kust zijn Albanezen uit Albanië, Kosovo, Macedonië, Montenegro en Servië en emigranten op vakantie in eigen land. De meest bezochte kustplaatsen door buitenlanders zijn waarschijnlijk Ksamil met de eilanden, Himare en Sarande.

 

 

 

De Albanese Rivièra van noord naar zuid:

 

  • Het Karaburun schiereiland is een marinepark, een gedeelte van de achterliggende bergen is een nationaal park met veel plantensoorten en wilde dieren.
  • Palase is een dorp aan de voet van de Llogara pas en bij het nationale park Llogara, in het jaar 48 v. chr. landde Julius Caesar tijdens zijn achtervolging van Pompeius waarschijnlijk in deze omgeving.
  • Dhermi is gebouwd op een hoogte van 200 meter in de uitlopers van het Keraunisch gebergte, ten zuiden liggen de dorpen Ilias (Iljas) en Vuno en het Gjipe strand.
  • Himare staat bekend om de mooie lange witte zandstranden.
  • Porto Palermo op korte afstand van Himare met het kasteel, de baai en het mooie strand.
  • De dorpen Qeparo-Fusha en Qeparo liggen ten zuiden van Himare.
  • Borsh staat bekend als het dorp met het langste strand.
  • Piqeras is een dorp en de geboorteplaats van de nationale held Vasil Laci.
  • Lukove is een iets groter dorp met mooie stranden.

 

 

Sarande en Ksamil liggen volgens sommige bronnen nog wel aan de Albanese Rivièra maar volgens andere indelingen niet. Sarande is een belangrijke toeristische bestemming vooral voor Albanezen en in de omgeving ligt de oude stad en werelderfgoed Butrint. Ksamil ten zuiden van Sarande is een van de meest bezochte kustplaatsen door zowel binnenlandse als buitenlandse toeristen en de Ksamil eilanden zijn alleen toegankelijk met een boot.

 

Keraunisch gebergte

 

Het Keraunisch gebergte in Albanië heeft een lengte van ruim 100 kilometer en ligt ongeveer tussen de plaatsen Orikum en Sarande. De hoogste top van het gebergte is de Maja e Cikes met een hoogte van 2.045 meter, bij de Llogara Pas zijn de bergen verdeeld in een westelijke en een oostelijke bergketen. Geologisch gezien wordt het Karaburun schiereiland meestal ook bij het Keraunisch gebergte ingedeeld.

 

 

De bergen lopen steil af naar de Albanese Rivièra, er groeien laagblijvende struiken, dennenbossen en er staan veel bijenkasten voor de honingproductie. Het Keraunisch gebergte werd in het verleden al beschreven door de astroloog Ptolemaeus, de historicus en filosoof Strabo en de schrijver en ontdekkingsreiziger Pausanias. De Griekse naam van de berg is afgeleid van het Griekse woord voor “bliksemflits” omdat de pieken van het gebergte wel door de bliksem lijken gesplitst, de kust werd vroeger gezien als een bijzonder gevaarlijke kust voor de zeevaart. In en rondom de nationale parken in het gebergte zijn goede mogelijkheden om te wandelen. Een populaire korte maar redelijk intensieve wandelroute loopt van het bergdorp Kudhes naar het kasteel Porto Palermo en het dorp Qeparo aan de kust.