Nationaal Park Gran Sasso en Monti della Laga

 

Het nationaal park Gran Sasso en Monti della Laga ligt in de Italiaanse regio Abruzzen tussen de plaatsen L’Aquila en Teramo in, een klein gedeelte van het gebied ligt in de Italiaanse regio’s Lazio en Marken. Het nationale park Gran Sasso en Monti della Laga heeft een oppervlakte van ruim 1413 vierkante kilometer en is hiermee het derde grootste beschermde natuurgebied van Italië.

 

Het is voornamelijk een bergachtig terrein met het bergmassief Gran Sasso en de bergketen Monti della Laga en het is onderverdeeld in twaalf districten. De Corno Grande is met een hoogte van 2912 meter de hoogste berg in het nationale park en tevens de hoogste berg van het gebergte de Apennijnen en van de regio Abruzzen. De hoogste top van de bergketen Monti della Laga is de Monte Gorzano met een hoogte van 2458 meter in de regio Lazio.

 

De flora in het nationale park is vanwege het grote oppervlakte en de verschillende terreinen bijzonder gevarieerd. In het meest noordelijke deel liggen voornamelijk beukenbossen, in de vlakte van Campo Imperatore liggen bijna alleen weilanden en in de omgeving van Montecristo groeien veel soorten paddenstoelen. Soorten bomen en struiken zijn verder vooral: verschillende soorten eik, pluimes (Fraxinus ornus), laburnum, wilde appelbomen, linde, berk, esdoorn, es, iep, wilg, kornoelje, jeneverbes, meelbes, taxus, zilverspar en gewone zilverspar en hulst. Er groeien verschillende soorten gentiaan, sommige van deze planten worden geoogst door de lokale bevolking om er likeur van te maken. Opvallende planten zijn verder edelweiss, de alpine papaver of Papaver alpinum, de Aquila astragalus, de alpine kwastjesbloem en de Apennijnen anemoon.

 

De fauna in het nationale park omvat onder andere de Italiaanse wolf ook wel Apennijen wolf genoemd, de Abruzzengems, verschillende hertachtigen, het wilde zwijn, vos, boommarter en steenmarter, stekelvarken, bunzing, das, sneeuwmuis en soms is de Marsicaanse bruine beer waargenomen. Vogelsoorten in het gebied zijn onder andere de steenarend, havik, slechtvalk, lannervalk, boomvalk, torenvalk, oehoe maar ook de sneeuwvink, waterpieper, graspieper, Alpenheggenmus, rotspatrijs, zwarte roodstaart, Alpenkauw, reigers bij het Meer van Campotosto, ortolaan, leeuwerik, duinpieper, rotsmus en de grauwe klauwier.

 

In het nationale park zijn veel dorpen en steden met  bezienswaardigheden zoals kerken, kloosters, kastelen en torens. Opmerkelijke dorpen zijn onder andere Castelli met het historisch centrum, het spookdorp Rocca Calascio, Isola del Gran Sasso in de “Siciliaanse vallei” met het heiligdom van San Gabriele dell’Addolorata, het dorp Campli met veel monumenten en de Scala Santa; de heilige trap. Capestrano met het mooie kasteel, Santo Stefano di Sessanio; een middeleeuws dorp in het centrum van de vlakte van Campo Imperatore en Campotosto met het gelijknamige meer in het natuurreservaat.

 

In het nationale park liggen de drie skigebieden Campo Imperatore, Prati di Tivo en Prato Selva. Het Ruiterpad van Gran Sasso, de Ippovia, is geschikt voor paarden, wandelaars of met de mountainbike. Het ruiterpad heeft een totale lengte van circa 300 kilometer en ligt als een grote lus om het Gran Sasso bergmassief. De route volgt veel oude paden en op diverse locaties zijn rustplaatsen met watertappunten en berghutten voor een overnachting.

 

Er ligt een kabelbaan bij Fonte Cerreto, de Funivia Gran Sasso d’Italia start op een hoogte van 1003 meter bij Fonte Cerreto en eindigt op een hoogte van 2128 meter bij het skigebied Campo Imperatore. Er zijn nog veel andere wandelpaden en fietspaden in het hele natuurgebied en overnachten in de bergen kan in een van de rifugio; eenvoudige of luxe berghutten. Er zijn verder een aantal bezoekerscentra en musea en het hoofdkantoor ligt in Assergi in de gemeente L ‘Aquila.