Turkse flora

 

Turkije heeft een bijzondere rijke flora met circa 9300 soorten, de belangrijkste redenen voor dit hoge aantal plantensoorten is het gevarieerde landschap en het gevarieerde klimaat. Circa 1/3 van alle Turkse plantensoorten zijn endemisch voor Turkije en de nabij gelegen Egeïsche Eilanden. Een bijzonder uitgebreid boek over de flora van Turkije is: “Flora of Turkey and the East Aegean Islands”  van P.H. Davis.

 

Tulpen

 

Er groeien veel soorten tulpen in het wild in Turkije, de naam Tulp is afkomstig van het Turkse woord voor tulband. De Nederlandse gekweekte tulpen komen van oorsprong uit Turkije. De Tulp is de nationale bloem van Turkije en wordt bij verschillende gelegenheden vaak als logo gebruikt. Elk jaar is er in april in Istanbul een Tulpenfestival met miljoenen bloeiende tulpen vaak geplant in herkenbare vormen zoals een waterval, de Turkse vlag of afbeeldingen van gebouwen of personen.

 

Dwergiris  –  Iris histrioides

 

De Dwergiris groeit in het wild op berghellingen en in open dennenbossen in het noorden van Turkije. De plant bloeit al heel vroeg in het jaar vanaf januari tot maart, de geurige bloem is circa 6 cm hoog en de kleuren variëren van helderblauw tot violet.  Gecultiveerde varianten zijn onder andere de “George” en de “Kataharina Hodgkin”.

 

Fritillaria

 

 

Fritillaria wordt vanwege de vorm van de bloem ook wel dobbelsteenbeker genoemd, in Turkije groeien ruim 30 soorten in het wild. Soorten in Turkije zijn onder ander de Fritillaria acmopetala, Fritillaria alburyana, Fritillaria amana, Fritillaria armena,  Fritillaria aurea, Fritillaria bithynica, Fritillaria carica,  Fritillaria caucasica, Fritillaria fleischeriana,  Fritillaria forbesii, Fritillaria latifolia, Fritillaria meleagris, Fritillaria latifolia, Fritillaria pontica en de Fritillaria whittalii.

 

 

De Keizerskroon, de Fritillaria imperiales, groeit in het wild in bijna heel Turkije en werd in de zestiende eeuw in Europa, in Wenen, geïntroduceerd.

Nu wordt de Keizerskroon op grote schaal en in veel verschillende varianten gekweekt.

 

 

Stokroos – Alcea

 

Veel soorten stokrozen komen oorspronkelijk uit Turkije, in totaal bestaan er circa 60 soorten stokrozen waarvan er 18 soorten in het wild groeien in bijna elke regio van het land.

 

Turkse kers – Prunus cerasifera

 

 

De Kerspruim wordt wel de Turkse kers genoemd, de kleine boom komt van nature veel voor in Turkije. In de meeste landen wordt de vrucht kerspruim pas geplukt als deze rijp is, in Turkije wordt de onrijpe vrucht al geplukt en in april en mei op de lokale markt verkocht onder de naam Can Erik om er een zoetzure pruimenjam van te maken. De Can Erik wordt ook wel gekoeld gegeten met zout, een gezonde snack met een sterke smaak.

 

Turkse lelie  –  Lilium martagon

 

De Turkse lelie wordt ook wel Lelie van Istanbul of Sultan lelie genoemd omdat een Sultan meestal een tulband draagt. De Turkse lelie heeft een hoogte van 30 tot 150 cm, de blaadjes van de bloem rollen zich op naar boven in de vorm van een tulband.

 

De kleuren van de bloem variëren van roze tot paars met kleine donkere stippen en de Turkse lelie bloeit in zomermaanden. De plant groeit in gemengde bossen in Turkije maar ook in andere delen van Europa en Azië.

 

 

Paradijsvogelstruik  –  Caesalpinia gilliesii

 

De Paradijsvogelstruik of de Paradijsvogelboom, de Caesalpinia gilliesii, is een tropische en subtropische struik of kleine boom die wordt ingedeeld bij het geslacht Caesaloinia binnen de Vlinderbloemenfamilie.

De Paradijsvogelstruik is geen familie van de mooie en opvallende Paradijsvogelbloem (Strelitzia).

De Caesalpinia komt van oorsprong uit Zuid-Amerika, met name uit Brazilië en Argentinië. Het geslacht is vernoemd naar de botanicus, arts en filosoof Andreas Cesalpino die leefde in de 16de eeuw. In Turkije wordt de Paradijsvogelstruik meestal Pasabiyigi genoemd, de plant groeit in het noordwesten van Turkije en op eilanden in de Zee van Marmara zoals het Asva Eiland. De Paradijsvogelstruik wordt 1 tot 4 meter hoog afhankelijk van de hoeveelheid regenval in een gebied. De plant heeft lange stengels met schitterende gele bloemen met lange oranje meeldraden en mooi dubbelgeveerd blad, in de avond vouwt het blad omhoog. De struik bloeit in de zomermaanden juli, augustus en september, na de bloei verschijnen er vrij lange peulen.