Salento

 

Salento in Italië is een schiereiland in de regio Apulië met een lengte van circa 100 kilometer en een  breedte van 40 kilometer en het wordt vanwege de ligging in het zuidoosten wel de “hiel van de Italiaanse laars” genoemd. Salento ligt tussen twee zeeën, in het westen ligt het schiereiland aan de Adriatische Zee en in het oosten aan de Ionische Zee, de twee zeeën vloeien in elkaar over bij de plaats Santa Maria di Leuca. Het landschap is vrij vlak met olijfbomen en druiven voor de wijnbouw, opmerkelijk zijn de stapelmuren in het landschap tussen de landbouw percelen, muurtjes die droog zijn opgestapeld dus zonder gebruik van cement en van stenen die in het veld zijn gevonden. Salento in de regio Apulië is een mooi gebied voor een vakantie in het zuiden van Italië met veel culturele en natuurlijke bezienswaardigheden.

 

De belangrijkste steden op het schiereiland zijn Lecce, Brindisi en Otranto met het strand Torro dell’Orso maar er liggen ook veel kleinere steden zoals Porto Cesareo en Gallipoli. De Lecce-barok stijl is naast de Griekse stijl kenmerkend voor het schiereiland, de Lecce-barok stijl wordt ook wel Salento-barok genoemd en is een regionale vorm van Europese barok. Kenmerkend voor de stijl zijn de gevels met veel barokke decoraties zoals de gevel van de basiliek Santa Croce in Lecce, de gevel van de kathedraal van San Cataldo in Tarante en de gevel van de kathedraal in Gallipoli.

 

De architectuur van Salento is over het algemeen wat afwijkend van de regio. In veel dorpen is de Griekse invloed zichtbaar met wit geschilderde huizen en een plat dak, restaurants met Griekse gerechten en in sommige dorpen wordt zowel Grieks als Italiaans gesproken.

 

Langs de kust van het schiereiland Salento staan veel wachttorens of kusttorens, sommige van deze torens zijn waarschijnlijk al gebouwd in de Normandische periode maar de meeste torens zijn uit de vijftiende en zestiende eeuw. De torens stonden vaak met elkaar in verbinding zodat de ene torenwachter de andere torenwachter kon waarschuwen als er piraten of andere aanvalles van over zee kwamen. Een deel van de torens is in slechte staat maar er zijn ook veel gerestaureerde torens zoals de Lapillo toren in Porto Cesareo. Een opvallende toren is de Galatena rivier toren bij het dorp Santa Maria al Bagno, het centrale deel van de toren is ingestort maar de bastions van de toren zijn nog te zien.

 

Tarantella

 

De Tarantella is een Italiaanse dans genoemd naar de stad Tarente, de dans wordt niet veroorzaakt door een beet van de vogelspin of wolfspin. Tarantisme is een vorm van hysterisch gedrag en lang werd aangenomen dat dit kwam door de beet van de wolfsspin Lycosa tarantula of door de beet van de kogelspin Latrodectus tredecimguttatus; de Mediterrane zwarte weduwe of de Europese zwarte weduwe. De dans zou veroorzaakt worden door hallucinaties ontstaan door het gif van de beet van een zwarte weduwe spin en door het volksgeloof dat snel dansen het effect van het gif zou neutraliseren. Een beet van de Europese zwarte weduwe veroorzaakt wel buikkrampen, zweten, misselijkheid en hoofdpijn maar is zelden dodelijk. De dans Tarantella wordt nu meer gezien als een cultureel fenomeen ontstaan in de periode van de graanoogst.

 

Er zijn ook een aantal goede stranden zoals het Torre dell’Orso strand en bij het Sant’Andrea strand bij de plaats Melendugno zijn mooie faraglioni te zien, ook wel brandingspilaar of stack genoemd, het zijn verticale pilaren van gesteente in laagjes of stapels ontstaan door erosie. De bekendste van de kust van Salento is de faraglione Sant’Andrea bij het Spiaggia Lu Pepe strand.

 

De Canale del Ciolo ligt bij de plaats Gagliano del Capo en is net als de faraglione Sant’Andrea een van de bekendste natuurlijke bezienswaardigheden van het schiereiland Salento. De kloof is ontstaan door erosie en de naam is afgeleid van de naam voor eksters die hier in de kloof leven. De rotswanden zijn begroeid met mediterrane maquis, korenbloemen en enkele wilde orchideeën soorten. Er zijn ook veel grotten en er is een wandelpad en trap naar het strandje bij het uiteinde van de kloof.